Transport Toegestaan vanaf maandag: zelfrijdende voertuigen testen op de openbare weg. Voorlopig is dat vooral handig voor kleine shuttlebusjes.
Zelfrijdende voertuigen mogen sinds maandag getest worden op de openbare weg. Tot nu moest er bij zulke tests altijd een bestuurder in het voertuig zijn. Die verplichting vervalt.
Het gaat bijvoorbeeld om openbaarvervoerbusjes die tussen vaste locaties heen en weer pendelen (shuttles), of rijdende wegafzettingen voor op de snelweg. Zulke toepassingen vergen een grotere mate van autonomie dan de huidige zelfrijdende auto’s, waar de bestuurder in noodgevallen kan ingrijpen en waar het draait om ondersteunende functies als automatisch parkeren, afstand houden en lane-keeping (rijstrookbewaker).
Nederland wil vooroplopen met zelfrijdend vervoer, niet alleen met technologie maar ook met wetgeving. De nieuwe tests zijn mogelijk door het van kracht worden van de nieuwe Experimenteerwet per 1 juli. Deze wet regelt een wijziging in de Wegenverkeerswet 1994.
In een toelichting schrijft minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD): „De auto van de toekomst wordt vandaag ontworpen. Zelfrijdend vervoer biedt kansen om de verkeersveiligheid te verbeteren en het aantal files door ongevallen terug te dringen. Het is belangrijk dat we onze wegen en wetgeving daar op voorbereiden. En dat we daarmee niet wachten totdat deze auto’s te koop zijn.”
Nederland is op dit moment al het best voorbereid op de komst van de zelfrijdende auto,constateerde adviesbureau KPMG begin dit jaar na onderzoek in 25 landen. Voordelen zijn de goede staat van de wegen, de digitale infrastructuur en de actieve rol van de overheid. Naast personenvervoer wordt er veel getest met vrachtwagens, bijvoorbeeld door ze kort achter elkaar in colonne te laten rijden (platooning).
De meest concrete toepassing van de nieuwe wet is de zelfrijdende shuttle, bevestigt Arthur Scheltes, adviseur Openbaar Vervoer & Zelfrijdende Voertuigen van adviesbureau Goudappel Coffeng. Verspreid door heel Nederland zijn er al circa dertig locaties waar pilots met zelfrijdende shuttles plaatsvinden, maar daar is nu nog een steward aan boord.
Scheltes: „Zonder steward worden de busjes betaalbaarder voor de exploitant en flexibeler qua inzet. Op termijn kunnen ze een alternatief worden voor kleinschalig ov en taxi’s.”
Op dit moment is de enige shuttlebus zonder bestuurder de ParkShuttle van de Nederlandse fabrikant 2getthere en vervoerder Connexxion, op een afgesloten traject tussen metrostation Kralingse Zoom en bedrijvenpark Rivium in Capelle aan den IJssel. Sinds eind mei rijdt de HagaShuttle, de eerste zelfrijdende minibus in een drukke stad, tussen ov-halte Leyenburg en de hoofdingang van het Haga Ziekenhuis in Den Haag. Ook hier zal de steward op termijn verdwijnen.
De huidige generatie shuttlebusjes rijdt op lage snelheid (15-20 km/u) en op routes met nauwelijks overig verkeer. De volgende stap is een lastige combinatie, zegt Scheltes. „De opgave voor de komende jaren is om ze sneller te laten rijden, en om ze tegelijk te laten rijden in complexe verkeerssituaties. Daar zijn we nog niet, in Nederland noch elders.”
Sinds maandag geldt ook nog een beperking: nieuwe elektrische voertuigen moeten voorzien zijn van een akoestisch waarschuwingssysteem. Omdat ze bij lage snelheid slecht hoorbaar zijn voor voetgangers en fietsers, moeten elektrische auto’s tot een snelheid van 20 km/u geluid produceren. Daarboven werkt het geluid van de banden als waarschuwing.
Bron: Nrc