De Raad voor de rechtspraak moet zelf voor de rechter verschijnen. De raad weigert volgens de gefnuikte ‘robotrechter’ e-Court een schikking na te komen over eerherstel.
„Een beetje een zwart gat”, zo omschreef Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, online geschillenbeslechter e-Court twee jaar geleden bij Nieuwsuur. „E-Court is goedkoper, maar daar lever je naar alle waarschijnlijkheid wel heel veel voor in aan rechtsbescherming, terwijl de kwaliteit van de kantonrechter is gegarandeerd.”
Het private e-Court is tot dat moment hard gegroeid. Steeds meer bedrijven – waaronder veel zorgverzekeraars en webwinkels als bol.com – nemen in hun algemene voorwaarden op betalingsgeschillen niet meer voor te leggen aan de kantonrechter, maar aan e-Court. De bedrijven benadrukken de positieve kanten van e-Court: het is sneller en goedkoper, dan een reguliere rechtsgang. Zorgverzekeraar CZ stelt dat dankzij de „laagdrempelige” online procedure drie keer vaker een oplossing voor een betalingsprobleem wordt gevonden.
Rechters en rechtsgeleerden hebben een heel andere kijk op e-Court. En dat laten ze horen. Investico, ‘platform voor onderzoeksjournalistiek’, en De Groene Amsterdammer publiceren op 17 januari 2018 kritische artikelen. Die signaleren dat onbekend is hoe e-Court ‘onder de motorkap’ werkt en wie de arbiters zijn. E-Court zou met name problematisch uitpakken voor mensen aan de onderkant van de samenleving die niet computervaardig zijn. Nieuwsuur, dat meewerkte aan het Investico-onderzoek, besteedt dezelfde avond aandacht aan e-Court.
Diezelfde woensdag verschijnt ook Rechtspraak op bestelling, Stop commerciële rechtspraak!, een rapport over e-Court van LOSR, organisatie van sociaal raadslieden. De Raad voor de rechtspraak brengt tegelijk een persbericht uit waarin de Nieuwsuur-uitzending en kritische opmerkingen van Bakker worden aangekondigd. „‘Verlaag griffiekosten om toegang tot de rechter te garanderen’”, luidt de kop. De Raad, die fungeert als het bestuur van de Nederlandse rechtspraak, grijpt de kritiek op e-Court aan om de politiek op te roepen de rechtsgang goedkoper te maken. Dat maakt de goedkopere private geschillenbeslechter minder aantrekkelijk.
De barrage aan kritiek begin 2018 luidt de val van e-Court in. Tot dan toe bekrachtigden rechtbanken de vonnissen die e-Court uitsprak, maar daar stoppen zij mee. Daarop staakt e-Court noodgedwongen zijn activiteiten. Zonder bekrachtiging kan een deurwaarder het vonnis niet uitvoeren en bijvoorbeeld geen beslag leggen bij een wanbetaler.
E-Court ziet een complot en begint een civiele rechtszaak tegen de Staat der Nederlanden, de Raad voor de rechtspraak in het bijzonder. Eerste stap is het horen van getuigen. E-Court wil een trits aan hooggeplaatste magistraten die zich kritisch over de ‘robotrechter’ hebben uitgelaten onder ede verhoren. Het stelt bij de rechtbank Midden-Nederland „stelselmatig en op onrechtmatige wijze” door de rechterlijke macht te worden tegengewerkt. Er zou sprake zijn van „een verregaande mate van samenwerking en coördinatie binnen de rechterlijke macht om onwaarheden en onjuiste veronderstellingen via de pers te verspreiden”. Volgens e-Court liggen concurrentiemotieven aan ‘het complot’ ten grondslag. Bij incassozaken is e-Court immers een concurrent van de overheidsrechtspraak.
De staat haalt alles uit de kast om de getuigenverhoren te voorkomen. Maar de twee landsadvocaten van Pels Rijcken uit Den Haag weten niet te voorkomen dat de rechtbank e-Court toestemming geeft om de rechters te verhoren. E-Court heeft, aldus de rechter afgelopen mei, „voldoende concrete aanknopingspunten” voor een getuigenverhoor. En het hoeft niet – anders dan de landsadvocaat wil – nu al te zeggen hoe het complot precies in elkaar steekt. „Daar is immers het getuigenverhoor op gericht.”
Daarop worden, voor twee dagen in november 2019, zeven getuigenverhoren gepland. Die betreffen onder anderen twee rechters, een raadsheer en het hoofd strategie van de Raad. Als dat eenmaal vaststaat, komen in de zomer gesprekken op gang tussen de Raad en e-Court.
In het diepste geheim onderhandelen ze maanden over een schikking. Hoofdrolspelers zijn Henk Naves, oud-president van de Amsterdamse rechtbank en opvolger van Bakker als voorzitter van de Raad, en e-Court-oprichter Henriette Nakad, een voormalig Zuidas-advocaat die promoveerde op ict en recht.
De partijen treffen elkaar drie keer op de burelen van de Raad aan de Haagse Kneuterdijk. Naves en Nakad mailen en whatsappen veelvuldig met elkaar. De onderhandelingen lijken goed te verlopen. „Heb inmiddels de Landsadvocaat om advies gevraagd”, appt Naves bijvoorbeeld. „Ben niet somber gestemd. Wordt vervolgd. Henk”. Omdat er zicht op een schikking is, stelt e-Court de geplande getuigenverhoren uit.
Maar begin november ontstaat een nieuw juridisch conflict. E-Court accepteert een „tegenvoorstel” van Naves, en stelt vast dat een schikking is bereikt. De Raad meent juist dat men „nog in onderhandeling” is.
Deze week is bij de rechtbank Den Haag de bodemprocedure begonnen waarmee e-Court de Raad wil dwingen de schikking na te komen. In een lijvige dagvaarding zet e-Court uiteen waarom wel degelijk een rechtsgeldige overeenkomst is gesloten. De schikking, stelt e-Court, bestaat uit drie delen: rehabilitatie van e-Court via een persbericht, 600.000 euro schadevergoeding en voor Nakad een functie als ict-adviseur bij de Raad.
Hij stuurt een conceptpersbericht mee dat als „alternatief” dient voor het bericht dat e-Court eerder heeft voorgesteld. „Rechtspraak gaat gebruik maken van kennis e-Court”, luidt de kop van het nieuwe concept. Daarin stelt de Raad dat „hij te snel is meegegaan in de kritiek die op e-Court werd geuit”. De Raad en e-Court hebben „in goed overleg besloten hun geschil te beëindigen” en gaan bespreken hoe de „kennis en praktijkervaring” van e-Court van pas kunnen komen bij de digitalisering van de rechtspraak.
Nakad mailt zondagmiddag terug dat e-Court instemt met het tegenvoorstel. Haar eerdere voorstel om voor 10 miljoen te schikken, heeft ze dan laten vallen; Naves heeft haar ervan overtuigd dat de minister dat nooit zal goedkeuren. Blijkbaar is „het maximaal haalbare bereikt” schrijft ze. „We zijn het dus eens geworden. […] Wat mij betreft kan de vaststellingsovereenkomst worden opgemaakt door de Landsadvocaat.”
Die reactie lijkt als een verrassing te komen voor Naves. Hij appt op maandag dat hij het voorstel nog met de minister moet bespreken. En hij mailt: „Ik beschouw ons nog in onderhandeling met elkaar.”
Na overleg met minister Sander Dekker (Rechtsbescherming, VVD) gaan de hakken in het zand. Naves mailt dat de Raad besloten heeft „het minnelijke traject niet voort te zetten” en dat de getuigenverhoren dus kunnen doorgaan. Maar dat wil e-Court niet meer; er is een schikking en die moet worden nageleefd.
De rechter moet zich nu over de vraag buigen of er afgelopen november inderdaad een rechtsgeldige overeenkomst is gesloten. De wet stelt dat een overeenkomst tot stand komt door een aanbod en de aanvaarding daarvan. En volgens e-Court aanvaardde het die bewuste zondag het „tegenvoorstel” van de Raad.
Dat voorstel was weliswaar nog niet tot in detail uitgewerkt, maar dat maakt volgens de advocaten van e-Court niet uit. Over de hoofdpunten was immers overeenstemming, stellen Otto Volgenant en Matthijs Kaaks van advocatenkantoor Boekx. Ze wijzen in de dagvaarding op jurisprudentie en op rechtsgeleerden die benadrukken dat een dergelijke rompovereenkomst óók een overeenkomst is.
Naves maakte in de mail geen „geen voorbehoud” bij zijn tegenvoorstel, onderstrepen de e-Court-advocaten, en hij nam evenmin „opschortende voorwaarden” op. Ook speelt mee dat „Naves een zeer ervaren jurist is” , die bij enig voorbehoud zijn tegenvoorstel ongetwijfeld anders had geformuleerd. Dat alles maakt de schikking rechtsgeldig, stelt e-Court. „De Raad probeerde terug te krabbelen toen dat niet meer kon.”
Bron: NRC