Een omstreden systeem waarbij de overheid persoonsgegevens koppelt om fraude met uitkeringen, toeslagen en belastingen op te sporen, blijkt nauwelijks te werken. De kritiek op ‘SyRi’ neemt bovendien toe: ‘Bewoners van zwakke wijken zijn bij voorbaat verdacht.’
Het omstreden risico-indicatiesysteem SyRI dat gemeenten kunnen gebruiken om fraude op te sporen, lijkt uit te lopen op een mislukking. Met het systeem, dat volgens tegenstanders inbreuk maakt op de privacy, is sinds de opname in de wet ervan in 2014 nog niet één geval van fraude opgespoord. Dit blijkt uit een inventarisatie van de Volkskrant.
Door het gebruik van SyRI kunnen gemeenten een algoritme loslaten op databestanden van bewoners van ‘probleemwijken’. Zo kunnen gegevens worden gekoppeld over arbeid, detentie, belastingen, vastgoedbezit, handel, huisvesting, inburgering, onderwijs en pensioen. En over schulden, uitkeringen, toeslagen, vergunningen en de zorgverzekering. Het systeem bepaalt zo welke adressen volgens het gebruikte rekenmodel een verhoogd risico op fraude of misbruik hebben.
De overheid ontwikkelde SyRI om effectiever fraude te bestrijden met uitkeringen, toeslagen, belastingen en arbeidswetten. De wettelijke verankering ervan in 2014 verliep zonder veel politieke discussie, ondanks een kritisch advies van de Raad van State. Dat orgaan vond dat SyRI wel erg veel gegevens mag gebruiken; ‘de lijst lijkt niet bedoeld om in te perken maar om zoveel mogelijk armslag te hebben. De gegevens die eronder vallen kunnen diep ingrijpen in iemands persoonlijke levenssfeer.’
Pas later kwam er politieke kritiek. In januari 2018 daagde een coalitie van tegenstanders de Staat voor de rechter vanwege de inzet van SyRI; onder meer het Platform Bescherming Burgerrechten, het Nederlands Juristencomité voor de Mensenrechten, de landelijke Cliëntenraad en auteurs Tommy Wieringa en Maxim Februari. Vakbond FNV sloot zich aan. Komende 29 oktober is de eerste zitting van deze bodemprocedure in de rechtbank Den Haag.
Gemeenten kunnen aan het ministerie van Sociale Zaken toestemming vragen om onderzoek met SyRI te doen in een wijk waar zij vermoedens hebben van bijvoorbeeld misbruik van uitkeringen of illegale bewoning. Een gemeente krijgt twee jaar om de gegevens te onderzoeken. Daarna moeten de data worden vernietigd.
Vijf keer hebben gemeenten tot nog toe ministeriële goedkeuring gekregen voor een dergelijk onderzoek: Eindhoven, Capelle aan den IJssel, Haarlem en Rotterdam (twee keer). Er ligt nog een aanvraag van een gemeente te wachten op toestemming. Maar in geen van die gemeenten is met de algoritme-methode tot nog toe een enkel fraudegeval opgespoord.
Technische problemen, verkeerd aangeleverde data en discussie over de manier waarop het onderzoek moest worden uitgevoerd, leidden tot vertragingen. Ook speelde soms capaciteitsgebrek een rol, bij de deelnemende organisaties. De enige keer dat er daadwerkelijk via SyRI verkregen adressen nader zijn onderzocht, in Capelle aan den IJssel, bleek die informatie al bekend of inmiddels achterhaald.
Rotterdam is nog bezig met een SyRI-project in de wijken Bloemhof en Hillesluis. Ook dat heeft inmiddels een jaar vertraging opgelopen. Ondertussen groeit het verzet van bewoners van deze wijken, die deze maand actie voeren tegen het onderzoek met de FNV.
Het systeem is niet transparant, vinden de tegenstanders, omdat de overheid niet bekend maakt welke gegevens het algoritme precies verwerkt voor het stempel: verhoogde kans op fraude. Vooral bewoners van zwakkere wijken komen ermee onder een vergrootglas te liggen, wat ongelijkheid creëert. ‘De privacy van bewoners in het geding, ze worden bij voorbaat verdacht gemaakt’, zegt Tijmen Wisman van het Platform Bescherming Burgerrechten.
Staatssecretaris Tamara van Ark (sociale zaken) vindt deze kritiek niet terecht. SyRI draagt er volgens haar aan bij dat geld voor sociale zekerheid bij de juiste mensen terecht komt. ‘Burgers worden niet veroordeeld op grond van het systeem. Het leidt alleen tot nader onderzoek of er inderdaad aanwijzingen zijn dat er iets niet klopt. De Autoriteit Persoonsgegevens houdt toezicht of de verwerking van persoonsgegevens volgens de wet gebeurt.’
De Autoriteit Persoonsgegevens maakt zich zorgen over de toenemende populariteit van algoritmes’, zegt een woordvoerder van deze privacywaakhond desgevraagd. ‘De risico’s zijn discriminatie, onterechte verdachtmakingen en uitsluiten. Wij juichen technologische innovatie toe, maar de mens moet zich niet verliezen in digitale systemen. Als overheden met algoritmes aan de slag gaan, moeten ze zich bewust zijn van de risico’s.’
Bron: De Volkskrant